Voldoende aanbod, keuzevrijheid voor ouders en samenwerking tussen alle partijen op gelijke voet. Dit zijn de voorwaarden voor de VVD bij de oprichting van Voorschool in onze gemeente. Raadslid Janny Hofsteenge wilde afgelopen donderdag de verzekering van de wethouder dat hij hierop zal toezien.
Bij de discussie over Voorschool lopen een aantal dingen door elkaar. Per 1 januari 2018 gaat de harmonisatie van de kinderopvang in. Dit betekend dat peuterspeelzalen (psz) gelijk gesteld worden aan de kinderopvang. Ouders kunnen dan dezelfde toeslag krijgen maar ook de kwaliteit moet hetzelfde zijn.
Bij de Voorschool werken kinderopvang, psz en scholen samen. De Voorschool bereidt kinderen van 2 tot 4 jaar voor op de basisschool. Dit is vrijwillig en voor alle kinderen.
Er zijn ook doelgroepkinderen. Dit zijn kinderen met een (taal)achterstand. Voor deze kinderen is er VVE (Voor- en Vroegschoolse educatie). Met dit leerprogramma wordt op een speelse manier de achterstand ingehaald. Dit kan in gecertificeerde psz of bij de kinderopvang. Ook VVE is vrijwillig maar de gemeente wil er alles aan doen om juist deze kinderen te bereiken om er voor te zorgen dat ze zonder achterstand aan de basisschool kunnen beginnen.
Het mooist zou zijn dat de Voorschool en de harmonisatie tegelijk kunnen starten maar dit durft de wethouder niet te garanderen.
Op dit moment is er een stuurgroep waarin alle partijen samenwerken om te komen tot een Voorschool. Deze stuurgroep heeft een valse start gehad omdat in eerste instantie de kinderopvang hier niet aan deelnam. Nu is dit hersteld en wordt er goed samengewerkt. Voor de VVD is dit erg belangrijk. Twee weken geleden, in de oriënterende raad, gaf Janny Hofsteenge al aan dat er in buurgemeente Aa en Hunze juist erg goede resultaten worden behaald, juist door de rol van de kinderopvang. Daarom wil zij dat juist de kinderopvang betrokken is bij de Voorschool. Daarnaast wil ze dat er voldoende aanbod is per leefgebied. In een deel van de gemeente is redelijk veel kinderopvang terwijl er in een ander deel veel gastouders zijn. Het kan dus niet zo zijn dat er één model wordt gebruikt voor alle leefgebieden. In een memo leek de gemeente hier wel naar toe te werken, sterker nog het leek dat de gemeente wil toewerken naar één kindcentrum per leefgebied. Dit wil de VVD juist niet. Met één centrum hebben ouders geen keuzevrijheid.
In de oriënterende raad had wethouder Trip de kou al wel enigszins uit de lucht gehaald maar Hofsteenge wilde zijn toezeggingen toch nogmaals horen in de besluitvormende raad voordat ze akkoord ging met het voorgestelde proces. Vooral omdat de kindcentra ook in andere beleidsstukken genoemd worden. De wethouder zegde toe dat alle partijen betrokken zullen blijven en dat de uitkomst niet van tevoren vaststaat. Hij voegde hier wel aan toe dat hij niet zeker wist of de uitkomst iedereen gelukkig zou maken.
Met deze toezegging ging de VVD akkoord.