In een extra vergadering is afgelopen woensdag de nieuwe gemeenteraad van Borger-Odoorn geïnstalleerd. Namens de VVD nemen Janny Hofsteenge, Arne Joling en Albertus Steenbergen een plaats in de raad in. Doordat de vergadering een week is verschoven lukte het Arne Joling niet erbij te zijn, hij wordt op een later tijdstip geïnstalleerd.
Hofsteenge en Joling zaten ook de vorige periode al in de gemeenteraad, Steenbergen begint aan zijn eerste periode als raadslid. Toch is hij geen onbekende in de VVD fractie. In de afgelopen vier jaar was hij beëdigd plaatsvervanger waardoor hij al bij vele oordeelsvormende raadsvergaderingen mocht aanschuiven. Steenbergen hierover: “Hoewel ik de afgelopen periode geen raadslid was maakte ik wel als volwaardig lid deel uit van de fractie. Op deze manier heb ik mij goed kunnen voorbereiden op mijn taak als raadslid.”
Hoewel de VVD fractie niet werkt met een vastomlijnde portefeuilleverdeling ligt het in de lijn de verwachtingen dat Steenbergen zich voornamelijk zal richten op ruimtelijke ordening, verkeer en wegen en de energietransitie. Vooral in dat laatste onderwerp heeft hij zich de laatste vier jaar al vastgebeten. Hierover heeft hij ook al veel overleg gehad met andere VVD fracties in Drenthe. Steenbergen: “In alle raden stond in de afgelopen periode het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (RES) op de agenda. Het voordeel van de VVD is dan dat we met onze collega’s in andere gemeenten kunnen overleggen en in dit geval hebben we een motie in alle Drentse gemeenteraden ingediend een aangenomen gekregen. Voor mij heeft dit het grote voordeel dat ik nu al op mijn eerste dag als raadslid beschik over een netwerk van liberalen in de hele provincie waar ik mee kan sparren en overleggen.”
Fractievoorzitter Hofsteenge is erg te spreken over haar
huidige fractie; “We hebben een erg ervaren fractie die elkaar goed kent en
elkaar blind kan vertrouwen. Ik ben er trots op dat we ook onze nieuweling al
goed hebben kunnen opleiden. Met dat opleiden gaan we ook de komende jaren door.
We zien aan Albertus dat dit van grote waarde is.”